Archief van Het Groene Blaadje

ZOMER 2009
Uit Het Groene Blaadje 3-2009

Interview met groentekweker Robert Koekoek.
De kleurrijke experimenten van boer Koekoek

 

Heb je ook wel eens op het punt gestaan naar het zuiden te emigreren omdat de groenten daar zo verschrikkelijk lekker zijn? En zo gevarieerd? Hoeft niet meer. Want Robert Koekoek kweekt zulke groenten, met hart en ziel. “Mijn droom is dat mensen begrijpen dat er méér soorten zijn dan wat er in de supermarkt ligt, en dat ze inzien dat je die soorten in stand moet houden.”

Bergen tomaten, met voor Nederland ongekende vormen en kleuren en een intens zoete smaak. Knalgele peercourgettes, roomwitte aubergines, Chinese slangkomkommers, kleine chocoladebruine paprikaatjes… De liefhebber die voor het eerst de groentewinkel van Robert en Helen Koekoek aan de Hertogstraat in Nijmegen bezoekt, komt handen en smaakpapillen tekort. En vertrekt met uitpuilende ogen en dito tassen.

Fris boontje

Veel van de groenten die Helen in de groentewinkel verkoopt, kweekt Robert zelf, in een koude kas in de buurt van Nijmegen; een klein deel koopt hij in bij groothandels. “De laatste twintig jaar zijn we 40% van de diversiteit in groenten en fruit kwijtgeraakt. Daarmee verlies je ook allerlei eigenschappen van planten, bijvoorbeeld resistentie tegen een bepaalde ziekte”, vertelt Robert, terwijl we tussen de planten in zijn kas doorlopen. “En als een soort eenmaal verdwenen is, is hij definitief weg. Daarom wil ik er graag aan werken om verschillende soorten in stand te houden.” Een blik om ons heen maakt duidelijk dat hij al een heel eind op weg is. Bij de boontjes staan bijvoorbeeld de zebrinaboon – “Mooie kleuren en een lekker frisse smaak”- en het mentorboontje -“Komt uit Huissen, was bijna verdwenen.” Robert vuurt zijn informatie enthousiast en in hoog tempo af, en laat me van alles proeven. En dan staan we bij de afdeling tomaten. “Ik heb tientallen soorten. Zo kan ik mensen laten zien dat een tomaat ook gestreept of zwart of geel kan zijn.” “En lékker ook”, mompel ik met volle mond.

Doe-het-zelver

Tussen de groene planten staan ook verdorde exemplaren. “Ongelukje?”, vraag ik, maar nee, zegt Robert, deze planten worden om hun zaad gekweekt. “Ik koop nooit grote hoeveelheden zaad van een bepaalde plant. Eerst maar eens kijken of hij het goed doet en als het bevalt, kweek ik hem zelf verder. Ik experimenteer graag, neem overal zaadjes mee vandaan. Kijk, dit rijtje kikkererwten heb ik dit jaar voor het eerst. Ik kijk hoe de plant zich houdt, of hij hier zonder problemen te kweken is en of de erwten lekker zijn. Als het allemaal goed gaat, breid ik volgend jaar de aanplant uit en zo verder. Op die manier word je ook niet afhankelijk van de grote spelers op de markt die vaak met veel gif werken.”

Mooi & lekker

Op vakantie naar Frankrijk of Italië? Heerlijk. Maar voor de groenten hoef je het niet meer te doen. Die liggen gewoon hier in onze eigen hometown naast elkaar mooi te zijn. En lekker te wezen.

Winkel: Hertogstraat 11, Nijmegen; zie www.boerkoekoek.nl.


Wijnruit

Mooi, maar ’n tikkie giftig

Wijnruit is wat je noemt een ‘ouderwets’ kruid. Nog maar weinig mensen gebruiken het in de keuken. Misschien vanwege de bittere smaak? Het blad van deze plant ruikt heerlijk opwekkend: heel aromatisch en een beetje citrusachtig. De Latijnse naam voor wijnruit is ruta graveolens, en dat laatste betekent zoiets als ‘sterk geurend’. De bitterheid van de smaak is afkomstig van rutine, een stof die in grotere hoeveelheden giftig is.

In voorbije tijden was wijnruit wél geliefd. Bij de Romeinen bijvoorbeeld was het een alledaags kruid, dat vooral in boerse gerechten verdween. Vrouwen dronken een aftreksel van de bladeren om een miskraam op te wekken. In de Middeleeuwen dacht men dat wijnruit onder andere als tegengif werkte na een beet van giftige dieren. In de zestiende, zeventiende en achttiende eeuw was wijnruit overal populair, omdat hij bescherming zou bieden tegen de pest.

Hoewel je dus nooit grote hoeveelheden wijnruit mag gebruiken, of er een aftreksel van drinken, is hij als tuinplant heel mooi én makkelijk, kun je rustig een paar blaadjes een minuutje meekoken met bijvoorbeeld een stoofpot, of een paar blaadjes toevoegen aan een salade of olijven en geitenkaas op olie.

Het welgevormde, grijsgroene blad van wijnruit schijnt model gestaan te hebben voor de afbeelding van ‘schoppen’ op speelkaarten. Gedroogd houdt het insecten op een afstand. Toch handig in de zomer!


Geen zomer zonder komkommer

Dat is nou eens handig: keizer Tiberius liet zijn slaven komkommers kweken in karretjes, die ze steeds moesten verplaatsen naar de plek waar de meeste zon was. De meesten van ons moeten het zonder slaven doen, maar komkommers passen in elk budget.

Komkommer – familie van de meloen en de augurk – hoort bij de volle zomer. Hij gaat mee naar het strand, in de auto voor die lange reis naar het zuiden en hoort bij de Nederlandse krop sla als jus bij aardappels. Dat hij zo verfrissend is, komt doordat hij voor 95% uit water bestaat én doordat het binnenste van een komkommer altijd koeler is dan de omgeving. Britten komen de zomer niet door zonder beschaafde cucumber sandwiches en gebruiken de uitdrukking cool as a cucumber voor iemand die onder alle omstandigheden kalm blijft.

Het is al een oude vrucht, de komkommer. In India wordt hij zeker al 3000 jaar geteeld; de meeste komkommersoorten (in totaal zijn er zeker 700) stammen uit Azië en Afrika. Hij was bekend bij de Grieken en Romeinen en werd, weer veel later, bijvoorbeeld volop gekweekt in de tuinen van Louis XIV, de Zonnekoning.

Komkommer (zeker de kleine, vaak kromme exemplaren) smaakt lekker zoals-ie is, maar ingemaakte komkommer is ook heerlijk. Neem voor 3-4 personen ½ komkommer, geschild, gehalveerd en zonder zaadjes. Schaaf in dunne plakken en doe die in een kom. Voeg daaraan toe 3 eetl wittewijnazijn, 1 eetl fijne suiker, 1 theel chilisaus, 1 eetl gehakte verse dille en 1 eetl gehakte korianderblaadjes. Roer goed en laat liefst een hele nacht intrekken op koele plaats. Lekker bij vlees, kip, vis en bij rijst. Geraspte komkommer (goed uitknijpen) is heel lekker in een saus van yoghurt, wat citroensap, verse munt, komijn, zout en peper en eventueel wat fijngehakte knoflook. Prima barbecuesaus.


Snel & fris

Zomers voorafje: schaaf voor 2 personen linten van een ½ komkommer, en doe die met 1 eetl wittewijnazijn, 1 eetl olijfolie en 1 theel balsamico in een kom. Roer goed en laat 10 minuten staan. Rooster per persoon 2 met olijfolie bedruppelde plakjes stokbrood, schep daar de komkommer op. Eet meteen op.

Een verrassende salade (of voorgerecht) maak je met blokjes watermeloen, feta en geroosterde pompoenzaden. Begiet met dressing van olijfolie, balsamico en peper. Voeg eventueel scheutje walnoten- of pompoenpitolie toe.

En vooruit, nog een salade: dungeschaafde venkel, stukjes sinaasappel, appel, peer en walnoten. Dressing erover van olie, sinaasappelsap, peper & zout.


VOORJAAR 2009
Uit Het Groene Blaadje 2-2009

Dag dauw

dag dauw,
zal ik op je klimmen
met mijn trappers de ochtend in?
de grond geurt naar woorden
en mijn voeten wortelen al
kijk, ik spiegel in mijn fietsbel,
ik regen poëzie vandaag
dag dauw,
zal ik je wakker maken
en dit gedicht beginnen?
mijn bagagedrager draagt reeds voor,
ik ben op reis zoals je ziet.
als straks de avond valt
ben jij dan de inkt, ik de pen?
dag dauw,
ben je wakker?

Marjolein Pieks

Dit gedicht is speciaal voor Het Groene Blaadje geschreven door Marjolein Pieks van de Poëziekoerier. Bij De Poëziekoerier kunt u gedichten bestellen voor een jarige, een jubilaris, een geliefde, een vriend… De Poëziekoerier schrijft het gedicht, brengt het op de fiets naar de ontvanger én draagt het voor. Een bijzonder cadeau.
Kijk voor meer informatie op www.fietsdiensten.nl of mail naar info@fietsdiensten.nl.



Instant lentegevoel
Welke groente roept nou echt het ultieme lentegevoel op? Raapsteeltjes natuurlijk! Daar maakt het hart een sprongetje van. Goed wassen en uit laten lekken, grof hakken, kort bakken in olie of boter en dan over de pasta, met geschaafde Parmezaanse kaas en eventueel wat pesto. Of gewoon in een stamppotje. Helemaal van de lente is ook zevenblad. Ja, dat verschrikkelijke onkruid waar u nu alweer wanhopig van bent en dat niet uit te roeien valt. Eet het op! Jong oogsten en verwerken in pesto, in stamppotten, salades, soepen, etc.
Koolrabi is weliswaar een wintergroente maar heeft wel een lekker frisse smaak. Rasp rauw door salades, of verwerk in ovenschoteltje (bijgerecht voor 4 p): 2 koolrabi’s in plakken snijden, koken tot ze gaar zijn (15-20 minuten), afgieten. In ovenschaal laagjes maken van koolrabi en geraspte kaas. Bestrooien met peper en zout. Wat klontjes boter erop, scheut room erover en 25-30 minuten in oven van 180 °C.


Eigen oogst

Altijd al een eigen groente- en kruidentuin(tje) willen hebben? Dan is een crisis hét moment om daarmee te beginnen. Zelf kweken is immers goedkoper. En het is zeer bevredigend vlak voor het eten even wat sla te snijden en die krakend vers te serveren. Of in de regen naar buiten te schieten om wat takjes tijm en rozemarijn te knippen voor in de pastasaus.

Kruiden
Zaai basilicum binnen, het hele jaar door, en plant uit in (buiten)pot of volle grond (maar voorkom dat er regen op valt: daar kan de plant niet tegen!). Geef regelmatig heel kleine beetjes water en zorg dat planten niet gaan bloeien. Zaai elke 2 maanden opnieuw, dan hebt u het hele jaar door verse basilicum. Tijm moet absoluut arme grond met goede waterafvoer hebben. Zelf zaaien is lastig, dus koop plantjes en plant ze in late voorjaar/vroege zomer in potten of volle grond. Jonge plantjes mag je water geven bij droogte, maar verder is het beter ze niets te geven, tenzij bij extreme droogte. Bijmesten? Ook niet! Ook rozemarijn zet zijn wortels het liefst in arme grond die goed water doorlaat, op een zonnige plek. Koop jonge planten in voorjaar en vroege zomer. Oudere planten in voorjaar snoeien.

Salade
Zaai zaadjes voor snijsla of gemengde sla in potten met goede potgrond. Dun de zaailingen uit. Geef regelmatig water. Zodra de kroppen enige omvang krijgen, kunt u gaan snijden (het afgesneden blad zal steeds weer aangroeien). Zaai regelmatig opnieuw voor verse aanvoer. Ook heel makkelijk is rucola. Zaaien in de volle grond in een zonnige tuin van maart tot september, na opkomst wat uitdunnen, regelmatig water geven. Blijf zaaien om oudere planten te vervangen (gaan wat bitter smaken). Kan ook in potten in vensterbank. Tot slot eetbare bloemen: van Oostindische kers (ook de bladeren), goudsbloem, komkommerkruid (borage), bieslook, rucola – ze groeien allemaal als kool, zijn prachtig en smaken goed!


WINTER 2009
Uit Het Groene Blaadje 1-2009

De wortels van de winterpeen
Alledaags als hij is, heeft de winterpeen een mooie geschiedenis. Wortels werden mogelijk al 5000 jaar geleden gegeten (en zijn als soort waarschijnlijk nog veel ouder). De kleur varieerde toen van bijna wit, geel, rood, groen en paars tot zwart en ze waren kleiner dan nu. De oude Egyptenaren aten ze, de Romeinen eveneens. Zij aten hun wortels bijvoorbeeld rauw, met een dressing van olie, azijn en zout, of gekookt, met een saus van olie, wijnazijn, komijn en zout of gebakken, met een wittewijnsaus.
In de vroege Middeleeuwen groeide de peen in wat nu Afghanistan, Pakistan en Noord-Irak is; in de twaalfde eeuw kwam hij met de Moren via Noord-Afrika naar Zuid-Europa en in de dertiende eeuw had hij zich gevestigd in Frankrijk en Duitsland. In de veertiende eeuw waren wij eindelijk ook aan de beurt. Krap twee eeuwen later zorgden Nederlanders er door het kruisen van verschillende rassen voor dat de wortel oranje werd – en daarmee een stuk zoeter. Dit ter ere van Willem de Zwijger, wiens huisstijl oranje was. Deze oranje wortel veroverde vrijwel de hele wereld en werd verder ontwikkeld tot de dikke, knapperige wortel van nu.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog moedigde de overheid de burgers aan om zelf groenten te verbouwen in hun tuin – ’n Gezond en gezellig werk! En bovendien voordeelig! Want wie zaait, zal oogsten – en werden boeren met de kreet Scheurt grasland ertoe aangezet weilanden op te geven voor onder andere de teelt van winterpeen. In Engeland werd de wortel zelfs fanatiek gepromoot: de overheid beweerde dat wie veel wortels at, in het donker (en dus tijdens de verduistering) meer kon zien. Er ontstond een overschot aan wortels, en het Ministry of Food bedacht eindeloos veel recepten, waaronder worteljam, wortellimonade en zelfs worteltoffee. Misschien geen gek idee?


Snelle kicks
Rasp voor een snelle, frisse salade wat winterpeen en wat koolrabi. Meng en maak aan met olie en azijn of sinaasappelsap. Zout en peper erover en klaar. Hekel aan kool? Probeer dit eens: snij de kool in reepjes en kook die kort in een klein laagje bouillon tot ze net gaar zijn. Dan blijft de kool knapperig en licht van smaak. Wat meer tijd? Laat de kool dan heel zacht stoven in boter met fijngehakte knoflook, een uitje en een paar jeneverbessen. Voor een snack-attack: snij pastinaak in heel dunne plakjes en bak ze krokant in een laagje olie.


Winterrecepten
Pastinaak is goed op weg om uit de vergetelheid te raken. Geen wonder, want de zachtzoete smaak van deze mooie wortel is heel bijzonder. Leg stukken pastinaak in een ovenschaal en besprenkel ze met olijfolie en grof zeezout (of honing, olijfolie en rozemarijn). Rooster ze 20-25 minuten in de oven op 200 °C tot de pastinaak beetgaar is. Lekker met aardappel-kaasgratin en een groene salade. Pastinaak is ook heel lekker geroosterd samen met winterpeen, (zoete) aardappel, ui, knolselderij en knoflook.

En dan kool, wintergroente bij uitstek. Wat is hij toch mooi, met al zijn vormen en kleuren. Het hart van de kool is heel geschikt om rauw door een salade te raspen (solo, of bijvoorbeeld met wortel). De buitenste bladeren kun je vullen: neem schone, hele bladeren (niet de dikste) en rol ze om een vulling van gehakt dat pittig is aangemaakt met zout, peper en groene kruiden. (Kool combineert ook goed met oosterse smaken, dus meng er gerust wat chilisaus doorheen.) Leg dicht tegen elkaar aan in een diepe ovenschaal en giet er bouillon overheen tot de pakketjes net bedekt zijn. Bak ongeveer 50 minuten op 180 °C tot het gehakt gaar is en de bladeren zacht zijn.


VOORJAAR/ZOMER 2008
Uit Het Groene Blaadje 1-2008

Snelle oppeppers
Broccoli is megagezond, maar soms ook wat saai… Geef de groene roosjes deze zomer daarom eens wat flinke oppeppers. Smelt een klont boter met wat ansjovisfilets. Roer goed zodat de ansjovis uit elkaar valt. Voeg op het laatst wat citroensap toe en giet dit sausje over de broccoli. Je zult versteld staan!
Broccoli knapt ook enorm op van een sliert peperige olijfolie, een kneepje vers citroensap en wat grof zout.

Courgettes zijn ook al veel lekkerder dan veel mensen denken. Snij ze in blokjes, stoof ze 15-20 minuten op laag vuur in wat olie en eventueel boter en voeg zout, peper, verse (citroen)tijm en munt toe. De smaak spat eraf!


Zomergroenten: volop keus
Wat is een groentepakket toch heerlijk. Het wordt voor je deur gezet en je eet de hele week biologisch geteelde groenten, die ook nog eens helemaal van het seizoen zijn. Want dat is weer helemaal in, ‘van het seizoen’. Ondertussen weten veel mensen eigenlijk al niet meer welke groenten bij welk seizoen horen. Andijvie bijvoorbeeld. Dat is, verrassend genoeg, een zomergroente. Terwijl we andijvie bijna allemaal associëren met de winterse stamppot. En in de winter is er ook wel andijvie, maar die komt dan meestal uit de kas.
Andijvie is lekker als salade – vaak wordt deze groente als het ware ‘gecamoufleerd’ met dikke sauzen, maar puur is hij juist zo heerlijk! – en laat zich heel makkelijk combineren met bijvoorbeeld verschillende soorten kaas, (rode) ui, kerstomaten, ei, spekjes, knoflook, walnoten, olijven en kappertjes. Een deel van de krop grillen kan ook: haal de buitenste bladeren weg (bewaar ze eventueel), snij de krop in tweeën of vieren en spoel goed schoon met water. Laat uitlekken. Smeer de buitenkant van de kropjes in met wat olijfolie en leg de andijvie op een hete grill. Draai een paar keer om en als de andijvie wat ‘verlept’ is en mooie bruine strepen heeft, is hij klaar. Giet er een dressing overheen van goede olie, azijn, een beetje honing, zeezout, verse peper en wat knoflook en eet!

Ook in augustus
De maand augustus levert nog volop keus aan groenten. Paprika, aubergine, tomaat, komkommer, courgette, bloemkool, broccoli, sla, rucola, radijs, snijbiet, boontjes, uien, sjalot, knoflook… Grotendeels bekend en vertrouwd, maar snijbiet (groene bladeren met rode nerven en stelen, in een bosje bijeen gebonden, of grote witte stelen die onderaan nog aan elkaar vastzitten) is een groente die voor veel mensen nieuw is. Hij is te vergelijken met spinazie, maar slinkt minder sterk. Je kunt hem dus stoven, smoren, roerbakken of bijvoorbeeld in een stamppot, omelet of hartige taart gebruiken. Laat de stengels, zeker als ze dik zijn, wat langer bakken of koken dan het blad. Gezond, smakelijk én exclusief voor mensen met een groentepakket, want in de winkel is deze ‘ouderwetse’ groente praktisch niet te vinden.


HERFST 2008
Uit Het Groene Blaadje 2-2008
Herfstgroenten
De herfst is een seizoen dat gemengde gevoelens oproept. De een houdt er hartstochtelijk van, de ander lopen de koude rillingen bij voorbaat al over de rug. Gelukkig is er altijd troost in de vorm van een wekelijkse tas vol groenten.

Een van de leukste is natuurlijk de pompoen. Bijna zonde om die vrolijke oranje bollen op te eten, maar omgebouwd tot bijvoorbeeld soep stellen ze nooit teleur. Het is even gedoe om een pompoen in stukken te snijden (weer een goede reden om in een degelijk mes te investeren: dat maakt het leven in de keuken écht een stuk gemakkelijker), maar daarna is het een fluitje van een cent. Uitje bakken, wat knoflook erbij, pompoen en eventueel andere groenten die in keuken of koelkast rondhangen toevoegen en dan water erop, 1 tot 1,5 liter. Aan de kook brengen, 2 of 3 blokjes biologische groentebouillon erbij, minuutje of 10 zacht laten koken, even testen of de groenten gaar zijn. Vuur uit en dan hop, de staafmixer erin. Extra lekker wordt zo’n soep als je wat geurige specerijen(mengsels) meebakt aan het begin, zoals garam masala of komijn.
De vleeseters onder ons verlangen naar de herfst omdat dan ook weer het wildseizoen aanbreekt. En bij zo’n stukje wild – bij elk goed stuk scharrelvlees eigenlijk – is een romig bergje puree verrukkelijk. En dan niet van aardappels, maar van knolselderij. Deze zwaar onderschatte groente heeft een ongelooflijk lekkere, subtiel-kruidige, frisse smaak. Hij is heerlijk als puree, maar ook geroosterd in de oven (samen met stukken winterpeen en ui in een ovenschaal leggen, olie, grof zout en verse tijm erover en dan een minuut of 40 in een oven van 200 °C), in blokjes gebakken in de koekenpan of fijngeraspt rauw door een salade. En je hoeft niet het hele ding in één keer te gebruiken: wat overblijft kan in plasticfolie gewikkeld terug in de groentela.


Snelle groentekicks
Venkel is een fantastische groente die van zichzelf al heel veel smaak heeft. Voor een snelle venkelhap hoef je daar dus weinig aan toe te voegen. Haal de buitenste, taaie bladeren eraf. Schaaf de rauwe venkel zo dun mogelijk. Giet er een sausje over van olie, vers sinaasappelsap, zout en peper. Laat even intrekken en een heerlijke salade is geboren.
Prei zou je een bescheiden groente kunnen noemen. Maar geef hem eens de hoofdrol: kook het witte gedeelte van niet te dikke preien in zout water (voorzichtig, zodat ze heel blijven). Vlei de prei op een schaal en begiet met een vinaigrette met balsamico of met gesmolten boter met gehakt hardgekookt ei. Verrassend voorgerecht!


WINTER 2008
Uit Het Groene Blaadje 3-2008

Rozerode kerst
Of je het nou gelooft of niet, het verhaal van het kind dat tussen de beesten in het stro geboren wordt, om uit te groeien tot redder van de mensheid, maar toch tussen twee misdadigers aan het kruis te eindigen, blijft van een ontroerende schoonheid. En hoewel je het bietje niet met Jezus kunt vergelijken, zie ik toch wel overeenkomsten. Een ongewassen bietje, zo uit de aarde, ziet er niet erg glorieus uit. Pas als je hem wast en bereidt, onthult hij zijn echte, schitterende aard en wordt duidelijk dat je met een juweel van doen hebt.

Een prachtig (kerst)voorgerechtje/hapje, dat je van tevoren kunt maken, is bietenpuree* met toast. Kook (voor 4-6 personen) 2 bietjes gaar in ongeveer 40 minuten, laat ze even afkoelen, schil ze (let op die diepgranaatrode kleur!) en snij ze in blokjes. Doe die in de keukenmachine met een handvol walnoten, een scheut olijfolie, een in stukken gescheurde uitgedroogde witte boterham en een teentje knoflook. Laat de machine draaien tot een grove puree ontstaat. Voeg zout en (rode) peper toe, laat nog eens draaien en proef. Doe er eventueel een scheutje citroensap bij voor de frisheid. Zet koel weg: na een dag smaakt deze intens rozerode bietendip nog veel lekkerder. Serveer met reepjes of rondjes verse toast of met lekker brood.

Die simpele, aardse bietjes houden erg van oosterse smaken. Combineer ze dus rustig met komijn, garam masala, gember of soja. Pureer ze en meng ze met bouillon en wat room of yoghurt voor een knalroze soep. Snij ze in dunne plakjes en maak er met feta, koriander en rode ui een salade van (lekker lang in laten trekken).

Wat je ook doet: eet ze.

*Gepikt uit de thuiskok. het plezier van eten en koken van Marjoleine de Vos.


Tof peertje

De afgelopen jaren verschenen er in restaurants allerlei nieuwe zaken op de menukaarten, variërend van krokodillenfilet en struisvogelbiefstuk tot yuzu (citrusvrucht) en wakame (zeewier). Heel opwindend en cosmopolitisch allemaal, maar is het eigenlijk niet veel leuker om uit je eigen boodschappentas zoiets geinigs als een aardpeer tevoorschijn te trekken?

Het aardpeertje, ook wel topinamboer genoemd, is een kleine knol die familie is van de zonnebloem en die de hele winter kan worden geoogst. Het bescheiden ogende, knobbelige knolletje is makkelijk klaar te maken en ook nog eens supergezond (veel vezels en ijzer). Zeevaarders brachten hem ooit mee naar Europa vanuit Noord-Amerika, en in onze streken was de aardpeer eerder bekend dan de aardappel, die pas eind negentiende eeuw inburgerde.

De vraag is natuurlijk: wat kún je met een aardpeer? Betere vraag: wat kun je er níet mee? Met zijn lichtzoete, wat nootachtige smaak voelt hij zich thuis in soepen, salades, ovenschotels, tapenades en zoete gerechten (aardperenvla!); eet hem gerust rauw, maar ook gebakken, gestoofd, gepureerd en gefrituurd (aardperenchips). Dorst? Geen probleem: je kunt er ook een borrel van stoken.

Een eenvoudige manier om de aardpeer uit te proberen is deze: in stukken (schillen hoeft niet, maar ik zou het wel doen) in een ovenschaal leggen, wat olie eroverheen, wat kruiden en knoflook erbij en een minuut of 20 in een oven van 200 °C. Heerlijk! Of eenvoudigweg in dunne plakjes rauw door een salade: fris en krokant. Of probeer dit: snij 4 of 5 middelgrote aardperen in plakjes. Vet een ovenschaal in met boter en leg de plakjes erin. Kruimel er 150 g gorgonzola over. Snij 5 gedroogde vijgen in stukken en leg ze erop, samen met een handje grofgehakte walnoten. Giet er een beetje honing overheen en zet 15-20 minuten in een oven van 200 °C. Eet en geniet.

Met dank aan de vrienden van de aardpeer!