Het geheim

Wijndrinkers worden vaak gezien als aardige, gulle mensen, die graag in gezelschap van mooie wijnen genieten. Geen types die met de gordijnen dicht en de deur op slot hun beste wijnen opentrekken, nee, fijne, sociale mensen die anderen royaal laten delen in hun wijnschatten. Misschien houden wij dit rooskleurige beeld graag in stand om onze dure en ongezonde hobby te rechtvaardigen. Ik weet niet hoe het met u zit, lezer, maar zelf ben ik lang niet altijd zo sociaal en gezellig.

Laat ik maar gewoon bekennen dat ik graag alleen eet en drink. Ik vind het heerlijk relaxed om een onevenwichtige en onverantwoorde maaltijd in elkaar te draaien van wat ik zoal tegenkom in ijs- en voorraadkast, zonder rekening te hoeven houden met een mee-eter die (ik noem maar wat) graag wil dat ik de graat uit ingeblikte sardientjes pulk, of die alleen groenten dan wel alleen aardappels geen echte maaltijd vindt. Ook zijn er geen blikken op je gevestigd terwijl je eet. Dat betekent ongegeneerd gulzige happen nemen van dikke, goed bruine toast met geprakte sardientjes, of zachtgekookte eieren (eigeel everywhere), of plakjes rookkaas en een dikke dot in witte wijn en boter gestoofde zuurkool met karwijzaadjes, waarvan het kookvocht dan zo heerlijk in de toast trekt en van je vingers druipt. Linzen die zwemmen in peperige olie en citroensap. Zuurdesembrood met een schandalige laag boter erop. Vooraf een straffe, zilte manzanilla en bij het eten serieus Italiaans wit en Duits rood (of andersom), helemaal voor mij alleen.

Een andere prettige kant van alleen eten en drinken is dat je niets hoeft te zeggen. Je kunt je volledig op je bord en glas concentreren. Tijdens drukke etentjes is je glas vaak leeg voor je het weet en is er zoveel afleiding, dat je niet altijd optimaal van het eten of de wijn geniet. Of misschien is het beter te zeggen dat je er op een andere manier van geniet. Als je alleen bent, kun je vaak preciezer proeven. En ook – en dat is heel heilzaam, volgens mij – in alle rust een beetje wegdromen bij de wijn. Geuren en smaken roepen zoveel associaties op. Herinneringen aan mensen, situaties, vrolijke momenten, verdriet. De geur van boswandelingen, bloeiende hei, lavendelvelden, tomaten uit een papieren zakje dat de hele dag in de zon heeft gelegen, rotsen na een regenbui.

Het is prachtig verwoord in de roman Wedervaring van Bodo Kirchhoff: ‘Reither haalde adem voor de eerste slok van de avond, als al het denken uitmondt in proeven en de wereld een paar tellen op de tong past.’ En dat brengt me bij nog een voordeel van solitair eten: je kunt erbij lezen. Lezen en eten, echt, het is verrukkelijk.

Ultiem asociaal genot: een stapeltje boeken en een geheime voorraad wijnen waar niemand iets van weet.

 

(gepubliceerd in 2018)