Na een paar dagen in een tent of (in ons geval) een kleine camper te hebben doorgebracht, weet je dat je kleren stinken en dat je er raar uitziet. Je ruikt en ziet het zelf pas als je weer thuiskomt, maar door ervaring wijs geworden, weet je het al eerder.
Manlief en ik durfden restaurant Kronenschlösschen in Hattenheim dan ook niet te betreden met onze muf ruikende campingoutfits. Gelukkig was er ook een bistro bij. En daar was nog één tafeltje vrij, en wij mochten het hebben. Aangezien we al bergen euro’s aan dozen wijn hadden besteed, besloten we het goedkope bistromenu te nemen. Bij het voorgerecht (iets met garnalen) kozen we een glas Riesling Kabinett mild, van Weingut Robert Weil. En voor bij het hoofdgerecht (pot au feu met nog iets) bestelden we vast een Assmannshäuser Spätburgunder van Weingut Krone. We werden bediend door een aardig meisje, dat echter zo zacht sprak, dat we vrijwel niets konden verstaan van wat ze zei. Maar wat gaf het, wij zaten lekker warm op goede stoelen tussen witgedekte tafels en zacht kaarslicht. Een behoorlijk contrast met het campertje, zal ik maar zeggen.
De garnalen kwamen, met de Riesling. Geen klagen, lekker gerechtje, en de wijn deed het er aardig bij, al was hij wel een tikje wee. Het meisje kwam terug om te dekken voor de volgende gang. Ze legde visbestek neer en begon de Spätburgunder in te schenken. Vis?? ‘Ja,’ zei ze, ‘vis’. En nog een en ander erachteraan dat we niet konden verstaan. (Waarschijnlijk: ‘stelletje domme buitenlanders, er staat op het bord: mit Hummersauce, dan weet je toch genoeg?’) Maar, zei echtgenoot, dan past de wijn er zeker niet bij? En toen gaf het meisje blijk van een grootse eenvoud. Ze zei: ‘Nee.’
Ze ging het niet goedpraten, ze zei niet dat de vis in de pot au feu heel vlezig was, of dat de wijn heel licht was; ze zei gewoon de waarheid en die was nee. Ze liet ons even aan haar haakje bungelen – de wijn was immers al ingeschonken – en vroeg toen of we dan wellicht liever een Riesling hadden. Ja, dat hadden we. Maar kon dat nog? ‘Überhaupt kein Problem’, zei ze, en verdween met fles en glazen, om weer terug te keren met schone glazen en een fles Riesling.
We hebben een heerlijke tijd gehad daar in Duitsland. We hebben mevr. Stodden in de Ahr zien ontdooien van wat-moet-ik-met-die-mensen tot met ons mee lachende dame. We hebben de composthoop van Peter Jakob Kühn in de Rheingau mogen bewonderen en op de super-wc van Weingut Am Stein in Franken gezeten (met aan één kant een glazen wand, waardoor je uitkijkt op Würzburg en Würzburg op jou) – om zomaar eens wat hoogtepunten te noemen. Maar het allermooist was misschien toch dat meisje, dat haar vak zo serieus nam, dat ze ook tegen twee verkreukelde buitenlanders gewoon nee zei.
(2009)