‘Sterf in vrede, lieve vrienden.’ Deze dramatische zin mompel ik altijd voor me uit als ik op de snelweg weer zo’n vrachtwagen vol varkens, kalveren of kippen inhaal. En al klinkt het misschien wat theatraal, het komt recht uit mijn hart.
Dieren die in de bio-industrie worden grootgebracht, hebben geen leven. Ik hoef denk ik niemand meer te vertellen dat biggen zonder verdoving worden gecastreerd. Dat hun hoektanden worden getrokken en hun krulstaartjes afgehakt. Hun korte, gekwelde bestaan eindigt met een onaangename rit naar het slachthuis en als ze geluk hebben een relatief snelle dood. Dood zijn ze beter af dan levend. We weten het allemaal. Ook de boeren die staan te huilen als hun beesten worden ‘geruimd’. Krokodillentranen. Want wat denken ze dat er met hun dieren in het slachthuis gebeurt? Ze laten tranen om al die uren werk die nu onbetaald blijven. Niet om de dieren.
Er is maar één manier om een einde aan de intensieve veehouderij te maken. En dat is: het vlees van deze dieren niet meer eten. Koop het niet. Eet het niet. Als consument heb je macht. Gebruik die ook. Je hoeft geen vegetariër te worden. Maar haal je vlees bij een scharrel- of biologische slager. Koop het op boerenmarkten of rechtstreeks bij boeren zelf (adressen genoeg op internet). Er zijn ook bedrijven die aan huis leveren, door heel Nederland.
Neem een kloek besluit: doe niet meer mee met die ellende. Dan kan ik op de snelweg gewoon weer op het verkeer letten.