Wijn en zijn

In het voorwoord bij Het boek van den wijn uit 1931 schrijft J.P.M. Keuls, ‘Nederlandsch vice-consul te Bordeaux’, dat zijn boek niet is bedoeld voor mensen die wijn ‘om principieele of andere redenen (…) beschouwen als verderfelijk, hetzij voor het lichaam dan wel voor den geest’. Nee, het is geschreven voor iedereen die goede wijn kan waarderen en die zich van nature tot wijn aangetrokken voelt. ‘Immers, gevoeligheid voor kleur, smaak en bouquet van den wijn, beteekent ontvankelijk zijn voor fijnere indrukken in het algemeen en is een aangeboren eigenschap.’ Prettig idee: wijnliefhebbers zijn van nature beschaafder dan andere mensen.

Een van de hedendaagse aanhangers van het idee dat wijn en beschaving met elkaar verbonden zijn, is de Schotse schrijver Alexander McCall Smith. In een interview noemt hij een aantal van zijn favoriete boeken (ook van die beschaafde dingen) waarin wijn een belangrijke rol speelt. Ik besloot ze allemaal te lezen. Ik was echter niet al te erg onder de indruk van de wijnmisdaadreeks van Peter Mayle, doorspekt met zeer belegen seksime; de slaapverwekkende wijndetectives van Jean-Pierre Alaux & Noël Balen of het sympathieke maar nogal brave wijnromannetje My Italian Bulldozer van McCall Smith zelf – al bevatten deze boeken wel smakelijke beschrijvingen van wijnen en maaltijden. Het boek The Irresistible Inheritance of Wilberforce van Paul Torday, over een man die een wijnkelder erft en zich dooddrinkt, heeft wél interessante scherpe randjes, maar lijkt soms iets te veel op een pamflet van de anti-alcohollobby.

Op het lijstje van McCall Smith stond nog een auteur: Roger Scruton. Deze oerconservatieve Britse filosoof en wijnliefhebber lijkt me een bloedirritante man, maar hij kan goed schrijven en weet hoe hij zijn lezers moet prikkelen. Zijn boek I Drink Therefore I Am gaat over de beschavende werking van wijn op de geest. Wijn helpt de mens zijn gedachten te ordenen en inzichten te vormen. Het eerste deel is gewijd aan Scrutons ontwikkeling als wijndrinker en staat vol heerlijke uitspraken over wijn, zoals deze over blind proeven: ‘Denken dat je een wijn kunt beoordelen op basis van alleen zijn smaak en aroma, is hetzelfde als denken dat je een Chinees gedicht op basis van de klank kunt beoordelen, zonder de taal te kennen.’ Het tweede deel is gewijd aan de band tussen wijn en zijn. De auteur behandelt hier onder andere de relatie tussen wijn en het zelf. ‘Door wijn weten we dat we één ding zijn, dat tegelijk twee is: subject en object, ziel en lichaam, vrij en gebonden.’ Aan het eind van het boek haalt Scruton nog even grondig uit naar gezondheidsfreaks en frisdrankdrinkers (die aan ‘plastic uiers’ lurken), en adviseert hij welke wijn we het best bij welke filosoof kunnen drinken.

Echt overtuigend is het uiteindelijk niet – dictators drinken immers ook wijn – maar een mooie illusie is het wel. Ik drink, dus ik ben beschaafd.

(2016)